Nadering vanuit het zuiden (Miraflores sluizen, Panama)
Klik hier voor hoe het begon
Klik hier voor Once, Stoepjes en Hondenpoep
Klik hier voor Milonga Tango y Tango
Klik hier voor Aan lager wal
Klik hier voor Nachtleven
Klik hier voor Aan het werk
Klik hier voor Bussen en kussen
Klik hier voor Yunga´s en Dulce de Leche
Klik hier voor Bureaucratie en Cactussen
Klik hier voor Van Lomo naar Lama
Klik hier voor Argentijnen in de zandbak
Klik hier voor Orde en regels
Klik hier voor Containers
Klik hier voor Zeeleven
Klik hier voor Piraten
Klik hier voor Panamakanaal
Op zoek naar Juan - XVI 2 loodsen en 19 extra dekcrew hebben het heft op de Cap Blanche nu in handen.
De machtige massa van het schip wordt getemd wanneer het schip een betonnen bak
in glijdt in tropische warmte en kunstlicht. Wat is dit smal! Links en rechts is nog geen
2 meter over. Staalkabels worden verbonden met treintjes, 3 aan elke kant.
Een ingenieus systeem houdt de kabels op spanning en de stalen scheepswand
vrij van de kant. Gigantisch deuren sluiten de bak af en we beginnen te stijgen;
de eerste trap van de Miraflores-sluizen van het Panamakanaal.
Een tanker gaat gelijk met de Cap Blanche op. De Miraflores sluizen zijn dubbel uitgevoerd:
een verdraaibare pijl van neon-licht wijst de weg. Gaan we links of gaan we rechts. Dit kanaal is
een logistieke operatie van wereldformaat. 100 jaar geleden was het gemoedelijke gestuntel op een
Friese zomerdag nog mogelijk. Toen konden er zes schepen tegelijk in. Tegenwoordig worden schepen
ontworpen om er precies in te passen en nog is het niet genoeg. De PanaMax-schepen zijn speelgoedbootjes
ten opzichte van wat er uit Hongkong en Shanghai komt.
Het wordt licht. Een tweede trap volgt en na een soort havenmonding volgt de derde trap omhoog:
de Pedro Miguelsluizen. De containers drijven nu op kanaalhoogte. Aan de oevers liggen krokodillen
te zonnen op het strand. Vanuit het oerwoud klinken junglegeluiden. Het kanaal begint eindelijk
op een kanaal te lijken: recht en met sporen van menselijke aanleg. Hier hakte
de Amerikanen dwars door het bergmassief een route naar het noordelijke laagland, naar het
eerder aangelegde kunstmatige meer.
Gerard doet zijn rekenwerk: "Dus ik kan maximaal 20 schepen Dulche de Leche per dag richting
Europa krijgen? En dat kost me dan zo’n 2 miljoen aan tolgelden? En nog eens 2 miljoen om de schepen
terug in Chili te krijgen. Even denken, dat is per container zoveel, per doos zoveel en per potje ..."
Het Panamakanaalvirus heeft hem in zijn greep. Je kunt ook linksom over de wereld varen of in Buenos
Aires inschepen, maar dat is tegen dovemansoren gezegd. Hier tillen ze schepen op alsof het niets is.
Hier zijn continenten door ingenieurs van elkaar gescheiden en ook dat probleem losten ze zelfweer op:
met twee imposante bruggen. En nog is hun controledrang niet op. Hele eilanden worden afgegraven.
De vaargeul mag niet verzanden en moet vooral breder. Dan kunnen de schepen in tweerichtingen
tegelijk varen. Nu moeten de schepen uit de noordelijke richting wachten tot het dagelijkse convooi
uit de zuidelijke richting het kanaal heeft vrijgemaakt. Pure "waste" in de logistieke keten van
Dulche de Leche. De neerdenderende ankerketting illustreert het bruusk. Het hele schip trilt
en het geluid doorbreekt de idylle van rustgevend varen door een adembenemend decor van blauw,
groen en zon.
Als de tegemoetkomende schepen voorbij zijn, snelt de Cap Blanche zich naar de Gatun-sluizen.
Deze zijn nu open zijn voor noordwaarts-verkeer. Dit keer duiken de schepen in drie trappen
achterelkaar 26 meter de diepte in. Weer met treintjes aan weerskanten. De "Jewel of the Seas"
dringt voor. Cruiseschepen betalen namelijk vorstelijk voor deze "excursie".
Ze maken vandaag een rondje. Sluisje omhoog, voor anker op het binnenmeer en dan sluisje omlaag.
Busladingen passagiers zijn ontscheept om vanaf de publieke tribune hun schip voorbij te zien komen.
De Cap Blanch komt langszij in de parallelle sluis.
Op enkele meters afstand staan Gerard en Eva oog in oog met de balkonnetjes van de Jewel.
Ongenegeerd zien ze wat normaal gesproken afgeschermd blijft voor de buitenwereld: bejaarden in "sexy"
gouden monokini’s, bierbuiken boven tangaslips, gebruinde Michellinmannetjes. Als angstige konijntjes
in de koplampen blijven hun ogen op het visuele gevaar van de Jewel gericht.
De sluizen brengen redding. De Jewel zakt en de bovendekken komen in beeld. "Kijk ook dunne mensen"
wijst Eva op de serveersters: "allemaal filippinos, daar, daar en daar, oh nee dat lijkt wel een
Peruaanse". Gerard zwijgt.
Wordt vervolgd....
Panamakanaal