Klik hier voor hoe het begon
Klik hier voor Once, Stoepjes en Hondenpoep
Klik hier voor Milonga Tango y Tango
Klik hier voor Aan lager wal
Klik hier voor Nachtleven
Klik hier voor Aan het werk
Klik hier voor Bussen en kussen
Klik hier voor Yunga´s en Dulce de Leche
Klik hier voor Bureaucratie en Cactussen
Klik hier voor Van Lomo naar Lama
Klik hier voor Argentijnen in de zandbak
Klik hier voor Orde en regels
Klik hier voor Containers
Klik hier voor Zeeleven
Klik hier voor Piraten
Klik hier voor Panamakanaal
Op zoek naar Juan - IX
Bureaucratie en cactussen
Het Dulce De Leche-plan kreeg vorm. Eva ging zelfs even in de leer bij het plaatselijke klooster. Daar leerde ze de koekjes te bakken om via het geblindeerde draaideur-luikje te verkopen aan de passanten. Alleen de financiering ging minder. Vele mailtjes werden er aan gewijd. Het businessplan was briljant. Daar was iedereen het overeens, maar als puntje bij paaltje kwam wisten de heren financiers telkens weer een bureacucratische reden te verzinnen om hun aanvraag niet ontvankelijk te verklaren. “Het wordt tijd dat we die bonentellers gaan confronteren met de smaak van ons produkt” concludeert Eva, “we sturen gewoon wat op naar Nederland”.
En zo togen de twee naar het postkantoor en de Douane met hun pakketje vol Dulche de Leche en, om de aandacht af te leiden, wat lokale souvenirs. Professioneel werken daar twee dames in twee uur vijf klanten af. Door elkaar en langs elkaar. Dan zijn ze altijd bezig. Waar mogelijk sturen ze de klanten weg om iets op te halen: bruin pakpapier, tape, ondertekende documenten, lijstjes van de inhoud, etc. Dan hebben zij tijd om papieren te verplaatsen en formulieren bij elkaar te zoeken. Lijstjes worden gemaakt, formulieren ingevuld, formulieren overgeschreven, nog meer formulieren heen en weer geschoven, pakketjes geinspecteerd, gewogen door de één en gewogen door de ander, en ten minste vijftien pennen kwijtgemaakt en weer teruggevonden. Maar dan ligt het pakketje Dulche de Leche ingepakt en wel klaar voor Nederland, met een formulier in viervoud voor de inhoud. Dat krijgen ze even mee om in de dichtsbijzijnde copyshop een eigen kopie te laten maken. Daarin voorzag dit professionele systeem niet. “Oh had ik nog een paspoort van jullie?”, “Ja daar onder die stapel paperassen die net nog daar lag”.
Gierend van de lach zitten ze in de bus terug. Eva doet de jongste van het stel na. “Ja wij weten dat het geen zilveren doosje is, maar we dat zeggen we natuurlijk wel tegen onze vrienden in Holland ha ha ha”. Haar gezicht verstrakt en minzaam zet ze een ferme streep op een denkbeeldig stuk papier. Wie niet weet hoe je zilverkleurig in het Spaans moet schrijven, moet geen grappen maken.
Haar reisgenoot is ondertussen afgeleid. Hij hoorde praten over Ruta 40. Die schijnt hier te eindigen of te beginnen: dat is een kwestie van perspectief. In een vorig leven heeft hij het andere uiteinde bereisd. Meer dan 4000 kilometer naar het zuiden. In Patagonië. Ruta 40: de mooiste en meest desolate “snelweg” van dit continent. Tegen en door de uitlopers van de Andes. Het romantische alternatief van de Panamericano die saai de kust volgt. Nostalgie! Dit moet hij zien! Maar dan hebben ze wel transport nodig.
“We hebben transport nodig Eva, en wel snel!”. Om te reizen door de Saltavallei vol tabak, door de “Quebrada” langs de rivier de bergen in, door de Yunga´s en nog hoger. Waar reuzecactussen verschijnen en de rotsen geel, groen, rood, lila en wit worden van ijzer, koper, mangaan en magnesiumoxides. Waar de condor zijn rondjes vliegt.
Ze gaan op zoek. Wordt het zo´n elegante Peugeot 405 met zijn grote motorklep? Of toch een klassieke Ford Falcon, de voorloper van de Europese Taunus? Er rijden er nog genoeg. Symbolen uit een tijd dat auto´s nog ieder een eigen stijl hadden. “Nee ik wil een stoere truck” commandeert hij. “Zo´n pickup met houten opbouw. Lekker hoog op de wielen en oerdegelijk. We praten immers over de Andes en niet over een toertje over de Holterberg. We moeten dóór de wolken naar het land waar de lama´s wonen. Naar de Puna: de Latijns-Amerikaanse hoogvlakte die hier ´slechts´ 3 kilometer hoog ligt. We gaan naar een woud van honderden vierkante kilometers vol fallussymbolen: metershoge Lucky Luke-cactussen. Cactussen staan hier niet in een potje voor het raam. Daar maken ze hiér hele huizen van. En meubels! Trouwens: in een truck heb je ook meer ruimte op het dashboard voor onze maté-beker”. Ze telden hun geld en het werd een toerbus.
Wordt vervolgd..